Terug naar huis « Krabpaal minus speelt…   » Stukje

dinsdag 14 mei 2013 - 12:04
IJzersterk

But wait.. there’s more.....!

Speciaal voor hen die het nu wel weten, van mijn kat: een ouderwetsch Lijdensverhaal.


Nou ja, niet zo gek veel lijden. Het was eigenlijk vrij grappig. Vond ik. Hoewel de Duizenden Kennissen die ik belde, om de hilariteit te delen, helemaal niet bijzonder geamuseerd leken. Maar misschien wisten ze niet dat ze mochten lachen. Nu dan: u mag lachen.

Ik had een afspraak met mijn hematologe gemaakt. Voornamelijk omdat ons laatste contact vreemd was verlopen.
Gedoe over wel of geen draagster zijn van Hemofilie B, náást mijn al aanwezige Von Willebrandziekte. Je verveelt je nooit, met mijn lichaam.
Het bleek niet zo te zijn, trouwens. Zoals bleek, na heel veel drama en rompslomp en aan externe specialistische klinieken uitbestede onderzoeken. Ik heb - ‘gewoon’ - een structureel te lage Stollingsfactor IX. Zonder aanwijsbare oorzaak, zonder onderliggende aandoening. Gewoon. Omdat ik een freak ben.

Afijn.
Het was allemaal een beetje warrig en anticlimactisch geëindigd, als in ‘geen oorzaak dus medisch niet interessant, maar ook niet echt geruststellend omdat mijn lichaam dus ècht gek en onvoorspelbaar is’. Maar daar doen ze niet aan, qua nazorg.

Ter vervanging van die nazorg had ik dus toch maar weer eens een afspraak gemaakt.
Over wat die uitslag in praktijk nou eigenlijk allemaal betekent.

Daar kwamen we niet echt aan toe.

Hoe het ging, vroeg de Hema-dokter eerst, waarna ik - hoe kan het ook anders - over het nieuwe gezinslid vertelde. Hoewel dat eigenlijk onnodig was, aangezien mijn sinds vanochtend opengereten neus dat bericht al luid en duidelijk de wereld ingooide.
Hema-doc sprak haar jaloezie uit, want kittens zijn zo geweldig en leuk; ik humde wat, gezien de pijnlijke neus en de grote schoonmaak die ik vlak voor vertrek had moeten doen en die er voor had gezorgd dat ik tien minuten te laat op de afspraak was gekomen.
‘Hoe is het met de krassen, en het bloeden?’, vroeg Hema-doc bezorgd - daarmee een prachtig bruggetje vindend naar de reden van mijn komst. Of beter: de reden die *zij* vond dat mijn komst had.

Want, zo sprak ze vrij abrupt: ‘ik heb je bloeduitslagen nog eens bekeken, en het kan nu echt niet langer zo doorgaan’.

‘Fuck’, was mijn eerste gedachte. ‘Mijn kruisjes. Het moment is gekomen: ik ga geregistreerd worden, in Het Grote Overkoepelende Systeem. Alsdat mij geen bloedprikformulieren meer mogen worden meegegeven; dat elk toekomstig onderzoek moet worden gedaan na het rechtstreeks faxen van de aanvraag naar het lab. Want dat het nu echt niet langer zo kan doorgaan: al die kruisjes die ik er zelf bij zet’.

Een schuldig geweten....

Want daar bleek het dus helemaal niet over te gaan.
Eigenlijk waren - maar dat wist zij niet - mijn kruisjes-acties (voor de zoveelste keer) best wel to-the-point en relevant geweest.

Zeker een jaar geleden was er tijdens een routine-onderzoekje, door iemand (wie?) aangevraagd, gebleken dat ik een ijzertekort had.
‘Maar even in de gaten houden’, zei de arts in kwestie. ‘Kan heel goed te maken hebben met je menstruatie. Laat het over een week of wat nog maar eens controleren, dan kijken we hoe het dan is’.
Wat vervolgens niet werd gedaan. Waardoor ik mij ‘genoodzaakt zag’ zelf maar een kruisje op het eerstvolgende labformulier bij te zetten.

De ijzer bleek inderdaad weer netjes op orde.
Maar ik was gefascineerd. Dus ik maakte er een gewoonte van, om bij elk nieuw formulier die ijzerkruisjes toe te voegen. ‘For science’.
Het was prachtig, wat ik zag. De schommelingen, het ritme ervan. Helemaal ‘in sync’ met mijn cyclus. Bij onderzoeken direct na de ongesteldheid: ijzer op een dieptepunt. Onderzoeken er vlak vóór: ijzer weer prachtig hoog.
Ik hou van ritmes, ik hou van de natuur in mezelf ontdekken (hoe zweverig dat ook moge klinken), dus ik kon hier oprecht van genieten.

En op een dag hield het ritme op. Bleef de ijzer structureel laag.
Maar dat gaf ook niet, want als er één ding is waar ik nog meer van houd dan van ritmes, dan is het onveranderlijkheid. Een beetje onder het motto ‘Er is niets ergs aan dood gaan, zolang het maar steeds op dezelfde, voorspelbare manier gebeurt’.
Ik stelde zelfs mijn neuroloog gerust, als hij wat fronsend mijn waardes bekeek, tijdens mijn kwartaallijkse bezoekjes: ‘Dat doet die Hb en dat ijzer altijd, dat is niets ongewoons, geeft niks’.

Mijngetallen. Mijn verhaal. Ik, in cijfertjes. De cijfertjes waarin ik mezelf herkende.

Tot vandaag, dus.
Want mijn hematoloog zag het allemaal heel wat minder poëtisch.
Die vond, als gezegd, dat het nu echt meer zo kon doorgaan. Dat mijn ijzer VEEL te laag was, en ALTIJD, en dat mijn Hb daar HEEL ERG onder leed want dat die nu ook ALTIJD en VEEL te laag was.
En dat het bovendien onverklaarbaar was (het zal eens niet) want dat ik - zo bleek na een kort verhoor - niet anders was gaan eten; op ijzergebied zelfs gezonder.

IJzerpillen. En over zes weken opnieuw bloed prikken. En als er dan geen verandering is, dan kan het heel goed zijn dat het ijzer in het geheel niet wordt opgenomen en dan moet er overleg met de maag/darm-arts komen, en dan moet de ijzer via infuus worden gegeven.

Oh. Ok.

En toen schoot ik dus in de lach.
Omdat mijn angsten zo ontzettend onlogisch zijn. Mijn eigen sus-methodes af en toe zo volkomen averechts werken.

Sinds ik MS heb ben ik een stuk minder hypochondrisch. Omdat ik om-het-even-wàt voor het gemak op de MS gooi. Ik heb nooit meer ‘hersentumors’ of andere gruwelijke ziekten. Want, zoals mijn neuroloog zelf zegt: je kan het zo gek niet bedenken of het kan door MS komen. En daar hou ik me dan ook aan. ‘Het zal vast gewoon MS zijn’ - en op een dag heb ik een hernia of een beroerte of ècht een hersentumor en dan zeg ik nog steeds: ‘MS. Een forse aanval, dit keer, maar het is vast gewoon MS’.

Op dezelfde manier vind ik mijn rust in getalletjes, in labwaardes. De schoonheid, de poezie. Het gevoel van ontroering, dat al die alarmerende uitroeptekens en rode pijltjes in mijn uitslagen ‘bij mij horen’.
En voor het grootste deel doen ze dat ook. De billirubine en de amylase die altijd te hoog zijn en waarvan niemand weet hoe dat komt; de voornoemde lage Factor IX, die normaliter zou duiden op dragerschap van hemofilie maar dat in mijn geval dus niet is; de leucocyten die altijd te laag zijn, wat ‘gewoon’ een bekende bijwerking van mijn medicatie is.

Maar soms blijkt het dan ineens echt en officieel mis. Dan ben ik gewoon hartstikke ziek geweest. Zonder me daar een moment druk om te hebben gemaakt.
En voor de angsthaas die ik ben is dat best wel hilarisch.

Vind ik tenminste...


  
Persoonlijke info onthouden?

Om commentspam te voorkomen vragen we je om antwoord te geven op de 'silly question'
 



Verberg email:

Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of email-adres in te typen.